zaterdag 7 maart 2009

De woeste wereld in




Met een heel klein hartje, lood in de schoenen en een biggelend traantje was het tijd om El Silencio achter te laten en me te begeven op nog andere wegen. Deze keer zou het richting Corcovado gaan, het grootste en nog het meeste wilde nationale park van Costa Rica en meteen ook mijn laatste park want daarna zou die ijzeren vogel al op me staan wachten... Maar alweer - de rode draad door mijn verblijf waarschijnlijk - kwam mijn vertrek in gedrang toen zowel een mevrouw als ik zitje nummer 25 moesten delen op de bus. Gelukkig was daar de buschauffeur die als een ware reddende engel in de bres sprong en mij een zitje net achter hem toewees. Een godsgeschenk, denk je dan want lekker veel beenruimte. Wat later bleek het veeleer een vergiftigd geschenk te zijn want ik kon daardoor de chauffeur in de gaten houden die voor echt alles oog had voor, inderdaad, de weg. En het was nochtans meer dan nodig deze keer want niet alleen duurde de rit 9u (met alweer een fantastistisch uitzicht met ondermeer ananasplantages...), bovendien reden we ook nog in het donker (wat niet zoveel gebeurt hier met de bus), passeerden we een steenlawine en kruisten we bruggen waar ik nog geen kuiken zou over sturen ...
En daar kwam ik dan aan in Puerto Jimenez, in het holst van de nacht (nu ja, 21u00...) en zonder enige notie van waar ik naartoe moest. Dus klampte ik een vrouwtje en haar docht
er aan. Gelukkig bleek die zo lief en vriendelijk om me de volledige toch te begeleiden. Maar de plaats van aankomst zag er bijzonder stil uit. Gelukkig was dit maar schijn en werd ik even later, onder luid geblaf van de hond (ook dat ontbrak er nog aan, een hond...) toch binnengelaten. Hoewel ze me niet direct verwacht hadden, werd ik toch hartelijk ontvangen. En dat bleef zo doorgaan, ook de volgende dag, toen ik me een weg baande naar de plaats van bestemming. Dat bleek echter ook niet zo eenvoudig. Eerst ging het met de bus naar Carate, een rit van 2,5u. Nu ja, een bus, een omgebouwde truck is waarschijnlijk een betere benaming, die - had ik het nog anders verwacht? - opnieuw volgestouwd was met mensen en winkelwaren. Wat de weg betreft, die werd doorkruist door en putten en rivieren deze keer. Maar geen nood, daar zijn bruggen voor, niet? Tarara, gewoon effe doorwaden met de truck, die handel! Na nog een kleine 4km, verscheen daar dan eindelijk La Leona. Wie dacht dat de trip hier eindigde, kan ik aanraden om nog eens na te denken. De volgende ochtend, voor dag en dauw, begon namelijk de laatste 16 lange km om tot La Sirena, de eindbestemming te geraken. Een vriendelijk gezicht (mag ik althans denken) en een vlotte babbel (hoe vlot dat ook kan zijn in het Spaans...) verrichten vaak wonderen (dat had ik al mogen ondervinden) en ook hier. Mijn kersverse vriendschap met een ranger, zorgde ervoor dat de eerste 6km werd overbrugd met de quad en ook dit was een unicum voor mij. Zalig.... En dan mochten de voetjes weeral beginnen werken voor een tochtje van een kleine 3u, met cargo! De vermoeidheid begon stilletjesaan toe te slaan, toen er opeens tekenen van beschaving oprezen... Een groepje toeristen had zich weten te verzamelen, fototoestellen flitsend aan alle kanten. En daar werd de inspanning algauw beloofd, want ik kon mijn eerste wild dier spotten en dat was niet niks: een poema, zeg! FANTASTISCH! En de dag was nog lang.... Ook een haai, wilde zwijnen, witneussnuitberen, tapir en lapas (of de papegaaien) kwamen goeiendag zeggen. Enkele dagen later mocht ik ook nog een krokodil aan het lijstje toevoegen (en nog een hele pak vogels, insecten, kikkers...) Zalig, niet?
Wat ik in La Sirena zelf mocht doen? Eigenlijk niet zoveel, het bleef beperkt tot de afwas doen van de toeristen... Gelukkig had ik daardoor veel tijd om de woeste omgeving te verkennen en dan nog vaak vergezeld van of gidsen of rangers. Dan denk je dus dat je veilig
zit. Niet dus. Toen ik samen met een ranger op slangenjacht ging (maar jammer genoeg er geen gezien daar), liepen we toch wel niet verloren in het regenwoud, zeker. Terwijl een lichte angste me toch wel besloop, bleef mijn moedige man de weg zoeken zodat we even later toch opgelucht konden ademen.... Ook werd ik uitgenodigd om mee te gaan op een vrij dagje. Wat me dan te wachten stond, had ik ook niet kunnen voorzien. De dag begon met een stevige wandeling van een kleine 7km onder een blakende zon om naar een strand te gaan dat er net zo uitzag als hetgene waar we vandaan kwamen... Eens daar, ging de rugzak open en kwam het vismateriaal tevoorschijn (wat ik eerst niet wou geloven....). Als je dan even later, met een cracker en verse gebakken vis in de ene hand en een kokosnoot in de andere hand een babbeltje in het Spaans zit te slaan, denk je opnieuw wel even: het leven is toch zo schoon....

¡Pura Vida!